Ihre Browserversion ist veraltet. Wir empfehlen, Ihren Browser auf die neueste Version zu aktualisieren.

Drogist Holst houdt niet van stilzitten.


In 1926 trouwde Bets Sanders met Johan Holst, de oudste zoon van Gerhardus Bernardus (Bernard) Holst en Marie Schartmann. Samen met zijn broer Herman vormde hij de directie van de firma G.B. Holst.

                                 Op 21 november 1926 trouwde Johan Holst met Bets Sanders.

Van oorsprong kwam de familie Holst uit Losser. Al generaties lang waren ze hier in de landbouw werkzaam. Gerhardus Bernardus Holst had echter andere plannen. Hij bezocht de Latijnse school in Oldenzaal om zo later voor tandarts te kunnen gaan studeren, maar deze studie bleek achteraf financieel niet haalbaar. Zo kwam hij bij zijn oom Bernardus Holst terecht die hoofdonderwijzer was  aan de dorpsschool te Losser. Hij begon hier als kwekeling, maar kwam er al spoedig achter dat ook een carrière in het onderwijs voor hem niets was.

Op 5 mei 1883 verhuisde de 20­jarige Holst naar Enschede en kwam bij apotheker C.J.W. Baurichter in de leer. Toen hij dertig jaar was opende hij aan de Oldenzaalsestraat 5 een winkel in ‘drogerijen, verfstoffen en kruidenierswaren’. Dat was op 19 maart 1893. Eindelijk had Holst zijn bestemming gevonden.

Holst was een zeer actief zakenman die zijn bedrijf al snel wist uit te breiden met een apotheek, een verf­ en glashandel en een glasverzekeringsonderneming. Tevens was hij voorzitter van het R.K. Ziekenhuis, secretaris van de Vereniging van Volkskoffiehuizen afd. Enschede en lid van de Gedeputeerde Staten van Overijssel. Binnen de kortste keren groeide de firma uit zijn jasje en ‘moest’ hij de panden nummer 7 en 9 erbij kopen. Op 19 mei 1897 trouwde hij met de uit Haaksbergen afkomstige Maria Gezina Helena Schartmann. Uit dit huwelijk werden drie zonen en vier dochters geboren.

 

Holst Glas, Verf en Drogisterij aan de Oldenzaalsestraat.

 

In april 1912 kocht Holst van de erfgenamen van mevrouw G.B. Stroink-­Ledeboer meerdere percelen grond aan de Veenstraat  en Gronausestraat. Daar was een bedrag van  ƒ 45.100 mee gemoeid. Aan de Veenstraat liet hij onder architectuur van H. Reijgers een magazijn met paardenstal bouwen.

Dit magazijn zou later uitgroeien tot een verffabriek en een werkplaats voor het vervaardigen van glas­in­lood en glas­in­koper. Holst verhuisde met zijn gezin naar de Gronausestraat 10, een groot herenhuis waarin ooit de familie Stroink­Ledeboer woonde.

Pas in 1920 werd besloten om op het perceel ernaast een dubbel winkelwoonhuis te bouwen. De bouwkosten bedroegen f 51.978. Aan de rechterzijde kwam de apotheek van de firma Holst en de linkerzijde werd verhuurd aan Boekhandel Onze Courant.

 

Gerhardus Bernardus ( Bernard) Holst .

 

Het magazijn aan de Veenstraat werd destijds omgebouwd tot een glas­in­lood atelier en verffabriek. In de jaren ’70 van de vorige eeuw werd dit gebouw, ontworpen door H. Reijgers, afgebroken.

 Links Het magazijn van Holst aan de Veenstraat.

 

Het dubbele winkelwoonhuis wat in 1920 werd gebouwd. Links kwam de boekhandel Onze Courant en rechts kwam de apotheek van Holst.

 

 

 De Gronausestraat in 1935, met rechts naast de apotheek het woonhuis van de familie Holst.

Na het overlijden van Gerhardus Bernardus Holst op 12 januari 1922 volgden zijn zonen Johan en Herman hem op als directeur van de firma. De eerste uitbreiding van de firma na het overlijden van de oprichter was Holst Optiek, dat op  15 mei 1924 geopend werd. 

 De jaren ’20 waren voor Holst zeer succesvol. In de magere jaren ’30 liep de omzet echter vooral in de ‘verf­ en glas­tak’ fors terug. De Apotheek, Drogisterij en Optiek deden het naar omstandigheden goed en zorgden ervoor dat het bedrijf zonder kleerscheuren door de crisis kwam. De start van een eigen verffabriek bleek een goede zet. Het bedrijf groeide hierdoor van 50 naar  80 werknemers.

In het jaar 1939 werd de firma omgezet in een naamloze vennootschap. Holst bleef echter een echt familiebedrijf. De verschillende onderdelen van Holst werden door verschillende familieleden gedreven. Zo was Bets Holst, de zuster van Johan en Herman, apotheker. Zij runde samen met zus Annie de apotheek. Later zouden de twee zonen van Johan, Ben en Johan jr., in de firma worden opgenomen als opticien en assistentapotheker.

 Tubantia,  15 mei 1924.

 

De familie Holst­Sanders. Geheel links ziet u Johan Holst met naast hem zijn zwager  Gé Sanders, machinefabrikant te Velp. Naast Gé Sanders zit zijn zuster Bets Holst­Sanders.  Het echtpaar rechts is de apotheker Koop met zijn vrouw Jet Sanders uit Hengelo. Deze foto is genomen aan de Haaksbergerstraat 292, waar de familie Holst in een van de zogenaamde Amsterdamse huizen woonde.

De Tweede Wereldoorlog ging ook aan de firma Holst niet geruisloos voorbij. Zoals bij zoveel bedrijven waren de resultaten in de beginjaren van de oorlog gunstig. Naarmate de oorlog echter voortduurde werden de moeilijkheden groter. Door de grote schaarste aan producten en grondstoffen daalden de omzetten enorm en werd er vervolgens met verlies gedraaid.

Op 22 februari 1944 bombardeerden de Amerikanen Enschede. Hierbij werden zowel het woonhuis van de familie Holst­Sanders als de drogisterij, de verf­ en glaswinkel en de optiek door brandbommen volledig verwoest. Dit bombardement zou de geschiedenis ingaan als een ‘vergissingsbombardement’, maar of het wel een echte vergissing was?

Op 22 februari 1944 werd Enschede door de Amerikanen gebombardeerd. Het woonhuis van de familie Holst­Sanders aan de Haaksbergerstraat 292 werd door brandbommen verwoest. Deze rij woningen stond bekend als ‘de Amsterdamse huizen’.

 Op 22 februari 1944 werden de optiek, drogisterij en verf­ en glaszaak van Holst door een bombardement van de Amerikanen volledig verwoest. Dit bombardement zou als ‘vergissing’ de geschiedenisboeken ingaan. Foto: Fotoarchief Brusse Enschede

Op het moment van het bombardement was Bets Holst­-Sanders samen met vijf kinderen thuis. Ze vluchtte meteen met haar kroost de straat op  en liep naar de apotheek in de binnenstad. Haar man Johan was ’s morgens vroeg al met de drie oudste zonen naar de Hengelosestraat gegaan. Daar, bij hun zomerhuis buiten de stad, waren ze bezig om hout voor de kachel te hakken. Kortom, de familie Holst was deze dag door het oog van de naald gekropen.

Direct na het bombardement werden de kinderen tijdelijk bij familie en vrienden ondergebracht. In april verhuisden ze met zijn allen naar de Parkstraat 21. In dit grote huis woonde een weduwe alleen, reden voor de gemeente om het te vorderen en toe te wijzen aan de familie Holst. Johan en Herman zaten niet bij de pakken neer, want zes weken later al heropenden ze een noodwinkel in de meubelzaak van de gebroeders Platvoet aan de Oldenzaalsestraat. Na de oorlog verhuisden de drogisterij en de optiek naar Gronausestraat 10­-12. Deze verhuizing was geen gevolg van het bombardement van 1944. In 1943 waren er namelijk al plannen om de drogisterij en optiek naar de Gronausestraat te verplaatsen. Pas in 1949, toen de familie Smulders naar Tilburg vertrok en het woonhuis leeg kwam te staan, werden deze oude plannen weer van de plank gehaald. Architect Joh. Sluijmer kreeg de opdracht om de panden Gronausestraat 10 en 12 te verbouwen tot drie op zichzelf staande winkels met een gezamenlijke pui. De apotheek kwam in het midden, tussen de optiek en drogisterij. De verf­ en glaswinkel verhuisde naar de Veenstraat.

 De panden Gronauschestraat 10-12 werden in 1950 tot drie op zichzelf staande winkels met een gezamenlijke pui verbouwd.

De naam Holst zou na  de oorlog decennia lang een begrip blijven. In 1970, toen de kinderen van de oprichter de pensioengerechtigde leeftijd hadden bereikt en in de familie geen geschikte opvolgers waren, werd er een algemeendirecteur van buitenaf aangetrokken. Jan­-Willem, de zoon van Herman, zou in de jaren ’70 zijn vader opvolgen als directeur van Holst Glas.


Nog vóór zijn pensioen maakte Herman Holst een begin met het verplaatsen van de glas­ en verfproductie van de Veenstraat naar het industrieterrein bij de haven. In 1977 was de nieuwbouw klaar en begon Holst er met de productie van isolatieglas. Dat werd een groot succes. Het personeelsbestand liep op tot 220 man en om de sterke groei van het bedrijf te kunnen blijven financieren, zocht Holst toenadering tot het Duitse Flachglas AG.  Dat bedrijf nam Holst in 1981 over. In 1995 nam glasproducent Pilkington Flachgas over, en zo verdween de naam Holst Glas uit het straatbeeld. De drogisterij werd eind jaren ’70 geliquideerd. Holst was wel aangesloten bij Euro Drogist, maar de concurrentie van grote landelijke drogisterijketens was domweg te hevig geworden. Holst Apotheek en Holst Optiek tenslotte werden midden jaren ’80 verkocht. De Centrum Apotheek aan de Beltstraat is feitelijk de voortzetting van oude apotheek van Holst.