Ihre Browserversion ist veraltet. Wir empfehlen, Ihren Browser auf die neueste Version zu aktualisieren.

 

De eerste steen.

In het voorjaar van 1928 ontstond  bij Bernard Sanders  het idee om een grote zwerfsteen aan te bieden aan het nog te bouwen Rijksmuseum.  Dit  als eerbetuiging en ter nagedachtenis van de in 1923 overleden stichter, J.B. van Heek.

  

 

De kei die 24515 kg weegt en behoort tot een der grootste stenen van Nederland lag in een weiland van het erve Roolvink aan de Oude Deventerweg te Lonneker.

 

 

 

 

Drooglegging van de steen

 

 

 

       De steen lag in een weiland van het erve Roolvink, we zien hier drie generaties Bergerink trots bij de steen poseren.

 

 

 Nadat Bernard Sanders verschillende bekende, over zijn idee, had geraadpleegd werd gezamenlijk besloten om de steen te lichten. De familie van Heek waardeerde het initiatief te zeerst en  ondersteunde het plan. 27 ton was natuurlijk niet niks en daarom werd besloten om een “Kei-Commissie”in het leven te roepen die deze klus in goede banen zou leiden. De commissie telde 15 man, waaronder J.J. van Deinse , A. Menko, J.C. Smulders en voorzitter B. Sanders.

 

       Brief van de heren Van Heek aan de Kei-Commissie.

 

Geregeld kwam de commissie bijeen  in hotel Zwijnenberg.  Technisch gezien was de klus mogelijk en dat dit met hoge kosten gepaard ging sprak voor zich. Besloten werd daarom een intekenlijst de ronden te laten gaan om in de kosten te voorzien. Er werd voor Hfl.  3781,50 gedoneerd. Voornamelijk zijn het de textielfamilies en firma’s die aan dit goede doel bijdragen. Zo schenken Herman van Heek, Bram  en Helmich Ledeboer ieder Hfl. 500,-.  Ook de eigenaren van erve Roolvink, de familie Bergerink, geven Hfl 3.50 en tevens Hotelier Zwijnenberg draagt met Hfl. 2,50  een steentje bij.

 

       Deel van de intekenlijst.

 

      De voorzitter van de Kei-commissie Bernard Sanders ( in kostuum met sigaar ) en werknemers van Sanders IJzergieterij die de steen op een wagon slepen.

 Op zaterdag 12 mei 1928  wordt de steen, die zo’n 30 centimeter onder de heide lag,  “drooggelegd “. Nadien was er gelegenheid voor de commissieleden om de steen te bezichtigen waarbij de bekende Enschedese fotograaf Brusse ook aanwezig was . Op een van de  daarop volgende dagen werd de steen met behulp van lieren en kabels op een wagon, die op 8 meter lange rails stond, gesleept. Met een tractor werd de steen naar de steenfabriek Smulders getrokken. Hierbij werd telkens een stuk rails voor de wagon gelegd en dan weer afgebroken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daar aangekomen werd hij op een 35tons wagon geplaatst en mbv. een stoomlocomotief over de spoorlijn Oldenzaal/Enschede naar de spinnerij Bamshoeve vervoerd. Dit alles ging buiten verwachting goed wat bij Bernard Sanders de uitspraak  ontlokte: “D’r was niks gin aardigheid an, ’t gung völs te gemakkel’k . Het zware transport vond  ‘s nachts plaats, dit om het treinverkeer niet te storen.

 

      Aankomst Spinnerij Bamshoeve.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Onder toeziend oog van Bernard Sanders  verlaat men het terrein van de firma Bamshoeve , via de Lasondersingel gaat het naar het nog in aanbouw zijn museum.

 

 

 Van de Bamshoeve was het nog maar een klein stukje naar het bouwterrein van het museum wat volgens hetzelfde systeem als in Lonneker geschiede.

 

      Aankomst bij het nog in aanbouw zijnde Rijksmuseum.

 

 

 

       Bernard Sanders met een tevreden blik.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

     Bernard Sanders met werknemers van Sanders Machinefabriek.

Op 19 juli 1928 lag uiteindelijk de steen op zijn plaats en hierop werd een glas champagne, na de nodige redevoeringen door de keicommissie, de burgemeester en de museumcommissie , gedronken.

      Kinderen nemen de steen in bezit.

 

 

 

 

 

 

      Krantenartikel  uit 1978 .

 

 

       Krantenartikel 24 augustus 2013

 

   Bijna twee jaar later is het uiteindelijk zover. De steen wordt door de firma Kuiphuis weer teruggeplaatst        bij  de voordeur.

 

 

 

      Foto's : Antonia Sanders

 

De museum kei, doet zijn verhaal
================================

ergens in het noorden liggen mijn roots
tot op een zekere dag, toen  kregen wij walking boots

"these boots will make me walking"
so that I finnaly can talking"

In het verre, verre verleden ben ik hier naar toe verplaatst
blijkbaar hadden wij in het daarmaals geen haast

onder druk werden wij uit het verleden
moedwillig verplaatst naar het heden

ik eindigde in het weiland van een boer
keek om mij heen en verstond geen moer

ik zakte weg in de rulle grond
en ik hield uiteindelijk mijn mond

na veele, veele jaren werd ik opgeschrikt
ik werd opgemeten en ik was optimaal geschikt

ik was de juiste persoon,
voor het invullen van een bekend stads patroon

zoekt, en gij zult vinden
naar een iets wat gij eeuwig aan u zelf zult binden

een beslissing over mij was snel genomen
het resultaat overtreft mijn stoutste dromen

vanuit de eenzaamheid in Lonneker zou ik verkassen
naar de Lasondersingel met haar groene grassen

naar het rijksmuseum wel gesteld
men hoopte op vele belangstelling en het "veule geld"

ik werd vervoerd via het spoor
dit was super en ik besloot, hier ga ik voor

na zwaar gespoor en veel gewissel
vond ik voor het museum mijn "laatste" wissel

na veel gepas en gevloek
kreeg ik hier eindelijk mijn beloofde hoek

een mooie rustplaats op het plein
dat leek mij gaaf en ontzettend fijn

vele jaren had ik hier eindelijk rust
tot er besloten werd, hier wordt geklust

wat zal er met mij gebeuren,
gaan ze met mij zeuren en leuren

ik werd uiteindelijk verborgen in de achtertuin
tussen de nieuwbouw en het puin

jaren lang lag ik stiekem verscholen tussen het groen
want ik droeg niet bij aan de museum poen

goede tijden slechte tijden is u allen wel bekend,
deze lokt iedereen uiteindelijk, u allen uit zijn tent

hoe zullen wij dit gaan doen
want het museum hunkert zoals iedereen naar poen

het besluit hiervoor was snel genomen
de "oude steen" helpt ons allen uit onze dromen

het toverwoord was "crowd funding, we found
je betaald een bijdrage en wacht voor de goud

vandaag is eindelijk de dag, dat ik weer zakken mag
maar wat hoor ik, is dit weer modern drinkgelag

dit moet, net zo als vroeger kunnen
want als beloning moet je iedereen wat gunnen

met veel hoorngeschal, en persoonlijk gebral
opende eindelijk het bal

ik zelf hing in de metalen sling
erve roolvink, mijnheer Bernhard,  verlos mij van dit ding

wil ik dit, moet ik dit geflik
ik wil mijn rust, anders geef mij de laatste levenstik

helaas, u kent het zelf, rust, roest
dit geeft uiteindelijke de laatste hoest

vergeet mij lieve mensen
opdat u niets meer van mij kunt wensen

uiteindelijk blaas ook ik mjn adem uit
en interesseert u mij geen fluit

wilt u het fijne ervan weten
zoek het zelf dan even

ik dank u hartelijk om op mij te klimmen
hierdoor kon elke keer weer glimmen

de kei van het museum

 

April 2015- Paul Sanders